In de rubriek Overlastgever of Zwart Schaap gaan we op zoek naar feiten en fabels achter (vermeende) overlastgevers. Dit keer een product dat veel mensen graag inzetten om plagen te bestrijden: pesticiden. Want is dergelijk gif nou een overlastgever of slechts een zwart schaap?
Gif – overlastgever of zwart schaap?
Onlangs liepen de bezorgde berichten over bestrijdingsmiddelen weer op toen het overlijden van een 11-jarig meisje gekoppeld kon worden aan pesticiden. Toch staan de tuincentra en supermarkten vol met vergelijkbare middeltjes om een breed scala aan plaagdieren of -planten in huis, tuin en veld te verdelgen. Denk aan onkruid in veld of tuin, rupsen in fruitbomen of buxus, of zilvervisjes in huis. Tegen luizen, schimmels of aaltjes die onze voedselgewassen, of dus ook sierbloemen, aantasten. Nederlanders maken er dankbaar gebruik van. Dus wat is nu precies de daadwerkelijke last van dergelijk gif? Is het meer zijn faam als zwart schaap dat hem parten speelt, of is het echt zo’n grote overlastgever?
Een breder perspectief
GroeneBuurten zet enkele feiten en fabels rondom dergelijke gifstoffen graag in een breder perspectief. Zodat jij zelf een betere inschatting kunt maken of je het wilt gebruiken of niet:
- Chemische versus natuurlijke ingrediënten. Laten we beginnen met de eerste fabel. Je kunt namelijk de mooiste dingen op de verpakking van bestrijdingsmiddelen lezen. Denk aan termen als ‘Lief voor bijen’ of ‘milieuvriendelijk’. Dat geldt ook voor ‘plantaardig’, ‘eco’ of ‘100% natuurlijk’. Dat zegt echter niets over hun impact op het milieu, want: gif = gif. Check dus altijd goed de kleine lettertjes op het etiket. Aan de hand van verschillende gevaarsymbolen is te zien wat het effect van het product is op de leefomgeving. En wanneer je het symbool bij dit artikel ziet, betekent het simpelweg dat het een schadelijke stof is voor het milieu. Het maakt niets uit of het nou gemaakt is van natuurlijke materialen of chemische stoffen.
- Strenge regelgeving en risico’s. De precieze impact op het milieu hangt af van de specifieke stof, de hoeveelheid die toegepast wordt én het gebruik. Gelukkig zijn er daarom in Nederland allerlei strenge regels opgesteld. Ook zijn veel stoffen niet toegestaan, die elders in de wereld wel gebruikt mogen worden. Daarom denken veel mensen dat je best zo’n middel kunt gebruiken als ze ergens last van hebben. Het is toch gewoon verkrijgbaar in de winkel? Het is alleen de vraag of dat voldoende is om allerlei negatieve gevolgen voor ons milieu te voorkomen. Denk maar aan het voortschrijdend inzicht met betrekking tot DDT, dat 50 jaar geleden ook gewoon in de winkels lag. Of het huidige vergrootglas waaronder neonicotinoïden zoals glysofaat liggen, omdat het naast de plaagdieren ook bijvoorbeeld bijen in groten getale blijkt te doden. Toch is het zeer giftige en risicovolle glysofaat de komende negen jaar nog toegestaan.
- Opeenstapeling. Het is ook goed om te beseffen dat niet alleen jij of de buurman zo’n mierenlokdoosje plaatst of het onkruid tussen de tegels verdelgt, maar een heleboel mensen door de hele stad heen. Al die kleine beetjes gif, die apart heel weinig impact hebben, maken tezamen wel een grote hoeveelheid. Bovendien gebruikt niet iedereen het op de voorgeschreven manier of gooit resten gewoon weg met het huisafval. De kans dat het dan in ons milieu terecht komt en zich daar opstapelt, is redelijk. Omdat veel van die stoffen ook nog eens langzaam afbreken, wordt de uiteindelijke impact groter en groter.
- Hoe ongezond is al dat gif voor ons? Als je met ‘ons’ alleen de mens bedoelt, dan valt dat ongezonde reuze mee. Natuurlijk krijgen we resten binnen via ons voedsel, maar de hoeveelheid restanten gif in voedselproducten is flink wat minder dan in niet eetbare gewassen, gewoon omdat het gebruik van pesticiden op voedselgewassen veel meer gelimiteerd is en de controle hoog. En ons drinkwater wordt goed gereinigd. Het is een feit dat het soort voedsel dat we eten (vet, zout, zoet en ultrabewerkt in grote hoeveelheden), een vele malen groter risico vormt voor onze gezondheid dan de gifresten. Zelfs de impact van het gif op snijbloemen is vooral een risico voor hen die daar veel mee in contact komen, zoals telers, verkopers en omwonenden van de teeltvelden.
- Effecten voor andere bewoners. Als we met ‘ons’ echter alle wezens bedoelen die onze stad bevolken dan wordt het een heel ander verhaal. Voor hen zijn al die gifstoffen in de grond en het water uitermate ongezond. Sommige kleine dieren gaan er direct aan dood, bijvoorbeeld de plaagdieren waarvoor het middel bedoelt was. Maar ook anderen leggen meteen het loodje. Veel van het bodemleven bijvoorbeeld, of de beestjes in sloot of waterplas, wanneer het gif daarin weglekt. Bij dieren hoger in de voedselketen stapelen de gifstoffen zich in hun organen op door het eten van die dode dieren. Daardoor verzwakken ze en sterven alsnog. Denk aan vogels of egels. Al met al behoorlijk wat slachtoffers van deze gifstoffen.
- Biologisch geteelt. Genoeg redenen om het gebruik van gif zo veel als mogelijk te vermijden. Dat is ook de reden waarom mensen biologische producten kopen. Helaas zijn deze duurder dan hetzelfde product van reguliere teelt, omdat daar (nog) geen milieukosten zijn verwerkt in de prijs. Niet iedereen kan zich dat dus veroorloven. Als het groen en de natuur je aan het hart gaan, kun je echter eigenlijk niet anders dan daar wel biologisch geteelde producten voor te gebruiken. Want de vele gifstoffen die op niet-biologische bloemzaden, bloembollen en vaste planten zitten, wil je gewoon niet in de natuur brengen.
- En speciaal voor vogelliefhebbers. Hang je vogelvoer op om de vogels de winter door te helpen? Kies ook dan voor biologisch! Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat in veel vogelzaad gifresten zitten. Omdat ze hormoonverstorend werken, belemmeren ze de voortplanting. Dan help je de vogels dus van de regen in de drup! Alleen het biologisch gekweekte vogelzaad bleek geheel vrij van gifstoffen. Tikje duurder, maar als je wilt helpen, dan doe je het goed, toch.
Wat dan wel?
Kijk er of alternatieven zijn om van de plaag af te komen. Die zijn er bijna altijd wel. Ook kun je je afvragen of de plaag werkelijk zo erg is dat het opweegt tegen het gifgebruik. Kun je dat onkruid of die groene aanslag op de tegels met wat krabben of schrobben verwijderen, of anders gewoon laten zitten, want hoe erg is dat nou werkelijk? Of is het niet verstandiger en rustiger voor je gemoed als je bijvoorbeeld planten als hosta’s vervangt door andere die niet telkens opgegeten worden door slakken? Kijk eens of het niet veel prettiger is om mee te gaan met de natuur in plaats van er tegenin.
Mocht je weinig financiële speelruimte hebben, en toch graag biologisch geteelde producten gebruiken, zoek dan naar geestverwanten.Biologisch eten kun je telen in een eigen stukje tuin of door samen met anderen een buurtmoestuin op te zetten. Gifvrij (en sterk!) plantmateriaal kun je vaak gratis krijgen: wanneer mensen hun weelderig groeiende tuin onderhouden halen ze het teveel aan stekjes, gescheurde plantdelen en zaden weg.
Het mooie is dat we door het kiezen voor biologisch ook een signaal afgeven aan de producenten. Zo hebben telers van bloembollen, na alle aandacht voor de vele gifresten daarop, hun gifgebruik flink teruggebracht. In 2021 zat er op bijna alle regulier geteelde bollen gemiddeld zo’n 7 verschillende soorten bestrijdingsmiddelen. Dit jaar is dat flink gedaald, tot minder dan 2 verschillende middelen. Bovendien is ook de hoeveelheid restant flink lager. Het kan dus wel!
PS: Lees nog even het volgende, als je nu als alternatief naar een middeltje uit grootmoeders tijd wilde grijpen. Azijn bijvoorbeeld, om de groene aanslag of mos op tegels weg te krijgen. Of zout tegen onkruid of slakken. Bedenk dan dat ook deze middelen zonder gevaarsymbool schadelijke effecten op het milieu hebben. Ze zijn eveneens slecht voor het bodemleven in je tuin, en, omdat de kans groot is dat ze in het oppervlaktewater eindigen, ook slecht voor het waterleven. Bovendien maakt het de waterzuivering extra moeilijk. Daarom zijn ook zout en azijn niet toegelaten als bestrijdingsmiddel. Zelfs het gebruik van tafelazijn (natuurazijn) op het tuinterras is alleen onder strikte voorwaarden toegestaan.