Groen ipv grijs balkon

Ook al is een balkon vaak klein, toch kun je er een mooie groene buitenruimte van maken! Zo wordt het een fijne plek om te zitten, biedt het schaduw en helpt het tegen inkijk. Bovendien is het uitnodigend voor allerlei dieren. Misschien zit er dan zomaar een koolmees op je balkon!

Ook kleine balkons

Ook op een klein balkon kun je allerlei planten herbergen. Een klimplant in een grote pot in een hoek kan al veel doen. Leid hem langs een rek omhoog naar de bovenkant en je maakt er een prettige zonwering mee. Hang bakken aan de reling, de muur of plafond, of zet potten her en der op krukken.

Dat klein ook fijn kan zijn, bewees Volkskrant-journalist Caspar Janssen. Hij maakte van zijn balkon in stadsdeel Zuid een insectenparadijs waar veel, zelfs allerlei bijzondere, insecten op afkwamen. Ook vogels wisten zijn balkon goed te vinden. Terwijl zijn balkon slechts 1 bij 8 meter meet. Voor alle balkonavonturen plus een flinke dosis inspiratie en goede tips kun je zijn boek lezen.

Tuinieren op een balkon is iets intensiever dan in de tuin. Balkons vangen vaak weinig tot geen regen, dus jij zult voor het broodnodige water moeten zorgen. Bovendien waait het er harder, hoe hoger je komt. Met wat simpele maatregelen kun je je echter een hoop werk besparen.

De vuistregels

Op een balkon kun je niet anders dan de planten in potten en bakken zetten. Dat is niet de meest optimale groeiomgeving voor een plant. Toch zijn er manieren om alsnog gezonde planten te krijgen. Zelfs voor mensen zonder groene vingers. Met de volgende tips lukt het iedereen:

  1. Kies het juiste materiaal voor pot of bak. Plastic en metaal isoleren slecht. De temperatuur van de aarde wisselt snel in een pot of bak van dat materiaal. Met de zon erop wordt de aarde snel erg warm en in de winter te koud. Daar kunnen planten (en het bodemleven in de aarde) slecht tegen. Beter zijn terracotta, hout, steen of beton.
  2. Geef de wortels voldoende ruimte. In kleine potten is weiinig plek voor wortels, water en voeding. Logisch dat de meeste planten daar niet blij van worden. Gebruik daarom liever grotere bakken en potten. Zet meerdere planten samen in één grote pot of bak in plaats van ieder plant in een aparte. Houd als stelregel aan dat potten of bakken minimaal 30 cm hoog zijn.
  3. Bevorder natuurlijke bodemprocessen. Creëer in je pot of bak een miniversie van een gewone tuin. In de grond in de tuin helpt het bodemleven met het verteren van dood plantaardig en dierlijk materiaal. En precies dat verteerde materiaal biedt je plant het allerbeste voedsel. Nodig dus het bodemleven uit om in de grond van je plantenbak te gaan wonen en je bevordert een gezonde bodem met een gezonde plant!
  4. Gebruik de juiste materialen. Maak lagen van dood plantaardig en dierlijk materiaal in je pot of bak. Je bootst daarmee het natuurlijke systeem na. Bovendien werken deze materialen als een spons, waardoor het water goed buffert en vasthoudt. Gebruik een mix van de volgende materialen (minder grof voor een kleinere maat pot of bak, grotere stukken hout voor een grotere maat):
    • Woldoek of ongewassen wol
    • Vegetatief materiaal (dood hout / takjes / afgevallen blad enz)
    • Houtsnippers van lokaal gesnoeid hout (let op: gebruik geen houtsnippers of boomschors die je in tuincentra koopt want deze zijn bijna altijd behandeld met anti-schimmelmiddel. Van dat gif gaat het bodemleven juist dood).
    • Karton (zonder inkt of stickers)
    • Aarde – Bovenop de lagen van het dode plantaardige en dierlijke materiaal breng je een laag aarde aan. Dat hoeft helemaal geen nieuw aangeschafte aarde te zijn. Je kunt ook gewoon bladcompost door de oude aarde mengen, zodat er meteen weer voldoende voedingsstoffen inzitten. Een/derde deel voldoet.
  1. Het bodemleven volgt vanzelf. Als je bovenstaande materialen gebruikt, krijg je vanzelf bodemleven in je pot of bak. Ze bevatten namelijk eitjes en larven van wormen en andere kruipertjes, allerlei bacteriën en fijne schimmels. Vervolgens verteren zij langzaam de dode plantaardige en dierlijke materie onderin de pot of bak, zodat jouw planten langdurig voedingsstoffen op voorraad hebben.
  2. Zorg dat het bodemleven zich thuis blijft voelen. Houd daarvoor de vochthuishouding op peil. Geef regelmatig water, maar niet té vaak. Voor de meeste planten onder normale omstandigheden is 1x per week meer dan voldoende. Geef een goede plens, maar let op dat de wortels niet langer dan een halve dag in het water staan, want in dat geval geef je teveel.
  3. Bescherm tegen uitdroging, hevige kou en flinke regenbuien. Zorg verder dat de aarde niet bloot staat aan extreme temperatuurswisselingen, daar kunnen het bodemleven en de wortels niet goed tegen. Bescherm daarom de aarde door deze bedekt te houden. Dat kan met kleine plantjes (bijv. slaapkamergeluk of kruipend tijm), of met een laagje mulch (bijv. houtsnippers, karton, stro, gevallen bladeren of woldoek).

Beplanting

Het kan best heet worden op een balkon of dak(terras) in de zomerzon, of erg winderig zijn. Daar kunnen veel planten niet zo goed tegen. Kies daarom planten die geschikt zijn voor dergelijke droge en winderige omstandigheden. Check bijvoorbeeld deze blog met 33 sterke balkonplanten voor inspiratie. De Cruydt-Hoeck, onderdeel van de Nederlandse zadenbank en dé plek om goede inheemse planten te kopen, heeft een speciaal pakket voor balkon of dakterras. Koop ook liever volle-grond-planten dan de kasplantjes uit tuincentra en supermarkten. Volle-grond-planten zijn opgegroeid onder de natuurlijke omstandigheden buiten, en kunnen daarom tegen een stootje.